Annette van den Bosch
25e Nacht van de poëziel
 
 
Informatie over Annette van den Bosch en deze site Gedichten, waaronder Vlaamse en vertaalde         Artikelen over dichtbundels en dichtbijeenkomsten Recensies van dichtbundels Interviews met dichters, uitgevers etc Over jonge dichters
Beginpagina                 Contact
 
     
  -
 

Een schreeuw om liefde

een indruk van 7,5 uur poëzie in 'De nacht van de Poëzie'

De nacht van de Poëzie in muziekcentrum Vredenburg werd 5 maart 2005 voor de 25e keer georganiseerd. Reden voor de organisatoren om dit jaar minder debutanten uit te nodigen en meer gevestigde namen.

De avond begint met Abdelkader Benali die voordraagt uit zijn tweede dichtbundel. Deze bundel ‘Panacee’ komt in maart uit. Zijn voordracht is duidelijk beter dan vorig jaar. Meer afgewogen, rustiger, minder zenuwachtig. Bij een voordracht in Vredenburg gaat zijn eigen tekst zeker op: ‘Belangrijker dan de woorden die je zegt is de blik’. Minpunt in het lange gedicht over een zoektocht van de dichter naar zichzelf, vond ik het gemakkelijke rijm dat her en der naar boven stak.
Na Benali kwam Menno Wigman aan het woord. Hij gaat volgend jaar samen met Piet Piryns De Nacht presenteren. Anton Korteweg, directeur Letterkundig museum en dichter, staat zijn plek na elf jaar af. ‘Een goede reden om Korteweg volgend jaar weer als dichter uit te nodigen’, merkte Piryns op. Wigman maakte indruk met zijn evenwichtige zelfverzekerde optreden. Hij bracht gedichten uit zijn jongste bundel ‘Dit is mijn dag’. Duidelijk werd dat hij ‘de droefenis van copyrettes kent’. Ik heb zijn gedichten al vaak gehoord en toch blijft hij steeds boeien. Ik ben dan ook erg benieuwd hoe hij zijn presentatorrol gaat vorm geven volgend jaar.
Frank Koenegracht kende ik alleen van papier. Hij stond schijnbaar terloops gedichten voor te lezen. Gedichten die goed af moesten lopen. Zoals het gedicht waarin hij met de filosofie afrekent: ‘Ik ben in het bezit van een grote blonde vrouw/hèt middel tegen filosofie. En in het gedicht ‘Verlangen’, waarin hij blij is dat de nichtjes uit Oostende met de strooien hoedjes Niet opdagen.

De eerste entr’act werd verzorgd door Joop Visser (bij deze gelegenheid met Jessica). Hij bracht onder meer een mooi voetballied waarin Cruyff op de hak werd genomen. ‘Als ik wilde dat je het begreep legde ik het wel beter uit’. Ook had hij een gedicht op de 25-jarige nacht geschreven waarin duidelijk wordt waar het de dichter omgaat. ‘Dichten is een vraag om aandacht, een schreeuw om liefde, ga je mee naar bed’.

‘Waar de egel gaat’ is de titel van de eerste en enige bundel van de Vlaamse dichter Bernard Dewulf. Hij las een aantal nieuwe gedichten voor, waarvan enkele geplaatst werden in Vlaamse poëzietijdschrift ‘Het liegend Konijn’, waaronder de insomnia cyclus. Regels die bijbleven: ‘Hoe zou het met ons zijn’, ‘Je vliegt nog niet’, ‘Hoe is het slapen met ons/waar is het bed’.
Patty Scholten bracht haar laatste sonnetten over dieren in het wild. Ze deed inspiratie op in Afrika voor ‘de leeuwen vol wellust’, snorkelen en het zeepaard als vegapaard.
Ook zij had een speciaal gedicht geschreven voor de 25e nacht. En liet ons weten dat ze bij haar levenseinde geen Drionpil slikt maar de haaien opzoekt.
De 75-jarige Remco Campert en Cees Nooteboom stonden samen op het podium. Ze lazen uit de briefwisseling in dichtvorm die zij onderhielden tussen 2001 en 2003. Titel van de bundel meld ik even want ik vond het een bijzonder imponerende tekst en voordracht. De titel is ‘Over en weer’. Een aantal tekstfragmenten die te denken gaven: ‘Radeloos over straat bestaat niet meer’, ‘Hoe komt het dat woorden niet veranderen zolang ze geschreven zijn?’, ‘Hoe komt het dat ik weet wat je zegt?’, ‘Alleen poëzie is houdbaar’, ‘Ik lees het verhaal van een winter tussen gracht en gracht’. En zo was het luisteren ook. Als het horen van een verhaal tussen twee vrienden die elkaar begrijpen, die veel zijn kwijtgeraakt, maar nog veel delen.
Ik vond het bijzonder oprecht en ontroerend, dat twee mannen hun levens zo met het publiek wilden delen.
Volgens Leonard Nolens is ‘aandachtig schreeuwen de kunst’. Hoe droeg zoals altijd intens voor. Als hij leest moet je wel betrokken blijven luisteren. ‘wij zijn de nachten die zich hullen in brandende tongen’. Hij las onder andere uit zijn laatste bundel ‘Derwisj’ : ‘wij handelen in gedachten en dachten dat we leefden, dansende Derwisj’ en verhaalde over de jeugd geboren na 1945, die zich voegde in 68. ‘Wij waren eenvoudig niet’.

De Vlaamse Bart Moeyaert las uit ‘Verzamel de liefde’. Hij oogstte terecht veel bijval voor zijn prachtige liefdesgedichten. Ik was blij dat hij op dit podium stond. En er goed stond voor te dragen. Een bundel om te kopen! (Ik zag bij de boekenstand veel teleurgestelde gezichten, omdat de bundel in herdruk blijkt te zijn).
In de gedichten van Marjoleine de Vos waren de thema’s erotiek en kinderloosheid. Ze bracht haar erotische gedicht kooklust en de gedichten over Maria en de annunciatie heel eenvoudig. De regel ‘Kom op met uw boodschap’ is dit jaar gekozen als uitgangspunt voor de animatie die tijdens de voorstelling te zien is op de televisieschermen op het podium. Die animaties, met als hoofdfiguur een eskimo-achtig wit figuurtje met een rugzak, zijn bijzonder onderhoudend en afwisselend. Prachtig gemaakt.
Ramsey Nasr was heel aanwezig op het toneel. De Antwerpse stadsdichter is een rasperformer. Hij droeg voor uit ‘Onhandig bloesemend’. En later duidelijk geëmotioneerd het laatste gedicht dat hij als stadsdichter schreef over de actualiteit in Vlaanderen. Een vrouw en haar baas die kogelbrieven krijgen en bedreigd worden met kwikvergiftiging. Alleen omdat de vrouw een hoofddoek draagt. Hij riep op tot een nieuw Vrij Vlaanderen.
Rutger Kopland was deze keer goed in vorm. Hij las met betrokkenheid en wist de zaal te boeien met zijn gedicht over het telefoongesprek met God en over de levensvragen die langskomen als men veel gedronken heeft.

Over Jean Pierre Rawie kan ik weinig zeggen. Sonnetten. Het afscheid van een moeder. Opvallend was deze keer dat er veel over ouders en dementeren werd gedicht, ondanks de lagere gemiddelde leeftijd van de dichters (54 tegen 58 vorig jaar).

Erwin Mortier, stadsdichter van Gent, stond heel kwetsbaar op het toneel. Hij had een aantal prachtige gedichten over de relatie met zijn lichaam. Ik ben benieuwd naar zijn bundel. De titel is me ontgaan, maar die is vast te achterhalen.
Bijzonder veel indruk maakte de Afrikaanse dichter Antjie Krog door haar voordracht. Wat een vloeiend taalspel en wat een kracht in deze vrouw. Haar gedichten over de menopauze waren in het Nederlands niet zo bijzonder als ze in het Afrikaans klonken. Ze heeft lef en energie dat is duidelijk. Meer gedichten om te horen dan om te lezen denk ik, maar dat heb ik nog niet ervaren.
Astrid Lampe had ik nog niet eerder gehoord, wel gelezen. Bij haar miste ik iets. Er waren twee gedichten die aankwamen, maar het associatieve gedicht is in een voordracht heel lastig merkte ik. Het mankeerde haar niet aan zeggingskracht of aan overtuiging, maar toch kwam niet precies over wat zou moeten. Hoe dat anders zou kunnen weet ik niet, maar er kan meer uit gehaald worden. Misschien door de tekst eveneens te projecteren.
Komrij was goed als vanouds, zijn voordracht lijkt met de jaren beter te worden. Intens.

Dan is er Deelder die in rap Rotterdams de thuiskomst van ‘De verloren zoon’ beschrijft, het publiek opzweept en meesleept in de desillusie. En een entr’act Aghja Rossa. Vijf mannen die acapella schitterende liederen zingen. Het publiek in Vredenburg is groot in getal in gul met applaus en gejuich. Wel dunt het aantal bezoekers na 12 uur ’s nachts uit. Rond 3 uur is nog maar 10% van het oorspronkelijke aantal toeschouwers aanwezig.

Helaas waren de dichters Ed Leeflang en Alfred Schaffer verhinderd. Hun afwezigheid werd gecompenseerd door de Dichter des Vaderlands Driek van Wissen. Hij bracht ook een gedicht over zijn moeder en enkele gedichten over de actualiteit. Zo bracht hij de illegale Polen die in de aspergesteek werken in verband met de Pool in Rome en de dood van trainer Rinus Michels met Peijnenburg ontbijtkoek. De entr’actes van Kees van Kooten en de Catalaanse groep blazers Cobla La Principal d’Amsterdam konden me niet boeien. Te heftig blazen, te weinig nuances.

De avond werd besloten met Ilja Leonard Pfeijffer die weer eens het ‘ideale gedicht’ liet horen. Wellicht om Driek van Wissen te laten weten dat de NRC lezers het ideale gedicht liever in vrij vers lezen en dan liefst in een gedicht over de liefde. Ook daarin kwam hij de luisteraars tegemoet.
Daarna was er plaats voor de debutante van deze avond: Vrouwkje Tuinman. Ze stond stevig en ontroerend haar liefde te verklaren. Ze stond als in een ‘Vitrine’ (de titel van haar eerste bundel). Zichzelf en hevig. Een mooie afsluiting.

Lees ook:
interview met Bart Moeyaert
interview met Menno Wigman
interview met Vrouwkje Tuinman