Waterspiegel
Ben
ik nog zichtbaar
vraag ik aan het water
en neem een voorschot
op het antwoord.
Ik zie een tuimelende val
en zuig de toekomst naar me toe
ze lijkt zo ongerept en roerloos
af te wachten tot ik kom.
Voor elke lijn die nu verschijnt
bedenk ik curven zekerheid
als: toen en vroeger, weet je nog?
Voorbij mijn twijfel is een
straks verborgen. Ergens.
Steeds en dichterbij.