In
jouw huid
Door een dikke
laag gekreukt plastic
ik kan je nog aankijken. We blijven
tot de opgedroogde toestand
ons weer uiteen doet vallen.
Ik vraag me
af of
voor jou elke manier geoorloofd is
mij mee naar huis te nemen
en dat ik me de volgende dag de deur uit zet?
Ik heb geleerd
met obers te praten.
Dat zijn mijn manieren.
Mijn meesterwerk
gaat over verveling. Mensen
laten voelen hoe het is.
Ik zal het maken, wanneer ik vijftig wordt.
Nu film ik
mezelf in de keuken, terwijl ik sta te koken.
Uien snijden. Je kan dat niet aan mij zien
maak ik mezelf
wijs.
Vandaag
is een misvatting
En waarschijnlijk
ook
de reden waarom ik nog steeds rondloop
met het idee dat jij wel dyslectisch moet zijn
bij mij te blijven.
Elke avond
verschijn ik aan je bed.
Groter dan je mij verwachtte.
Hier kan ik
niet opdrogen.
Elke avond
leg ik je uit
over mijn bed. Behelst een klein drama.
Ik wentel mij.
Het gaat over. Van slaaptoestand
in manieren van afscheid.
Ik vind slechts
snelle bewegingen, met ambivalente bewijzen
en de gedachte erachter.
Prima dag voor het terrarium
Dit mooie weer
maakt me zo lekker agressief.
Ik trek me
af op het toilet.
Vreemde stortbak, ze blijft maar lopen
oma
wanneer ik haar mijn vakantiefoto’s laat zien
helpt ze me herinneren
dat ik eigenlijk een heleboel mensen ken.
Zo heb ik een
dood familielid
hij is fotograaf.
Aangewezen
1. Aangewezen
Een halfvolle
fles in één van je hoeken.
Je vraagt je af of daar nog prik in zit.
Überhaupt.
Een fles. Begint
zich na zolang in de zon af te leggen.
Per vier, in
een vierkant
gevat in een vierkant tot opnieuw geometrie.
Uit hard recyclebaar
plastic bestaan.
Het is maar
net hoe lang ze naar je kijken.
Dat ze een baksteen in je zien.
En je kan je
niet herinneren
wanneer je die dan hebt ingeslikt.
2. Inzake
Wolken pakken
samen.
Je draagt geen
overjas.
Het gebied
staat je goed.
3. De topografie
Daar zou ik
best wat meer over willen zeggen.
Maar ik bevind me op het moment in een gezelschap,
begrijp je, archetypes,
voor mijn part glazenwassers
gebogen over
een lichtbak.
Ze hebben je motieven genomen,
het oorspronkelijke omdat
in luchtfoto’s.
Ze denken daarmee,
ruimtes. Vinden
hun gelijk in de volgorde ervan.
Hier wordt
gebouwd aan historisch besef.
In de hal.
De
kapstok staat bol van jassen
Met mijn armen
wijd laat ik mij
in de zachte stof. Adem de voering,
tot al mijn poriën knoopsgaten zijn
Ik hoor bij
jullie in het donker.
Alles is een zoen, en tegelijkertijd
een zakdoek, keelpastilles,
parkeerbonnen, een sleutel,
mobiele telefoons,
lippenbalsem.
Ze zullen me
wel niet eens gemist hebben binnen.
Wat ben ik gegroeid, zeg
de jassen komen al tot over mijn schouders.
Verend door
mijn knieën. Mijn gewicht
van de ene voet op de andere. Ik klap
in en uit elkaar als een paraplu.
Hier ben ik.
Lekker hangen
op visite.
Bas
van Kempen
(Den Haag, 1978) student en dichter schrijft over jassen, obers
en plastic, maar ook over het huilen bij het snijden van de uien.
Zijn werk heeft iets surrealistisch, maar ademt ook een kinderlijke
openheid en treffende verwondering over de wereld.
Wat is je vooropleiding?
hoe kwam je tot dichten?
Na het behalen
van mijn VWO-diploma ben ik gaan studeren, omdat me dat een logische
stap leek. Eerst Sociologie, daarna Theater, film en televisie wetenschappen,
en weer later Algemene Letteren. Tot ik er achter kwam, dat het
niet lag
aan de studierichtingen, maar veel meer aan de manier van leren.
Ik wilde er niet alleen over lezen, maar het zelf doen. Dit jaar
studeer ik af aan de Gerrit Rietveld Academie als theater vormgever.
Binnen deze opleiding kreeg ik veel vrijheid om een taal te ontwikkelen,
die zich met name verhoudt tot voorwerpen.
“Een
taal ontwikkelen, die zich verhoudt tot voorwerpen.”
Wat bedoel je daarmee???
In dit laatste
jaar van mijn studie, heb ik een eigen project
ontwikkeld: 'dagboektheater'. Ik ben gaan werken met voorwerpen,
die ik vond bij het grof vuil. Die voorwerpen inspireerden me om
(over ze) te gaan schrijven, en andersom het schrijven om een verhaal
te gaan vertellen. Ik probeer tot de ziel van de voorwerpen te komen,
en te onderzoeken hoe ze veranderen/reageren als ze met gesproken
woord in een kleine ruimte zijn.
De performance is te zien op het Its-festival in Amsterdam 23,
24, 25 en 26 juni (www.its.nl), en ook op de eindexamen expositie
van de
Gerrit Rietveld Academie 1, 2 en 3 juli (www.gra.nl)
Hoe kwam je tot dichten?
Met dichten
begon ik het laatste jaar dat ik nog thuis woonde bij mijn moeder.
Mijn broer was toen al het huis uit. Ik zag zijn vrijheid en verlangde
daar hevig naar. Ik vond dat ik daar ook klaar voor was. Een soort
gebeden waren het eigenlijk, geschreven aan elk welwillend oor,
maar super heimelijk. Dat ze me hier konden komen halen. Dat ik
bereid was.
Wie zijn jouw
favoriete schrijvers/dichters? Heb je een lievelingsgedicht?
'Essay over
de moeheid', Peter Handke
Ik vind de gedichten van Maria Barnas erg goed, omdat ik in haar
gedichten een kinderlijke wereld herken, waar ik ook graag ben.
De liefdesgedichten van Ramsey Nasr, ze zijn teder en agressief,
vol
overgave, ik voel dat hij zich helemaal mee kan laten voeren.
Wat zou iedereen
volgens jou moeten lezen of horen om iets over écht
dichten te weten te komen?
Zien! De films
van Frans van der Staak. Experimentele filmer uit de
jaren '70, pure poëzie
Met wie zou
je wel eens een dialoog over schrijven aan willen gaan?
Daar kan ik
zo gauw niet opkomen. Ik denk dan al snel aan iemand die ik
niet ken. Daar kan ik me geen voorstelling van maken. Ik bewonder
wel
mensen, maar het voelt niet alsof dat genoeg grond is om met iemand
te
praten, daarvoor moet ik me op mijn gemak voelen.
Het gedicht
over de jassen vind ik bijzonder intrigerend. Hoe is het
ontstaan?
Wat grappig
aan dat gedicht is, is dat ik niet meer of het nu echt
een jeugdherinnering van me is of niet, zo verdwijnen in de kapstok
dan.
Ik ben het helemaal gaan geloven. In ieder geval gaat het over dat
wanneer je jong bent, er een heleboel dingen gebeuren, die zo
vanzelfsprekend lijken, maar dat later helemaal niet blijken te
zijn.
|