Jonge
helden in dichtvorm
Interview
met Carlijn van Ravenstein, de vrouw achter het zevende kinderfestival
van Poetry International
Eerste
deel van een driedelige serie over het poetry festival
Verschenen
in Meander van 14 maart 2004
De vrouw achter
het zevende kinderfestival van Poetry International, Carlijn van
Ravenstein, staat me enthousiast te woord. ‘De dichter en
de held’ was begin februari het festivalthema in het Rotterdamse
Ro-theater. Daartoe was de ruimte opgedeeld in zeven verschillende
kleine theatertjes met titels als held op sokken voor de gedichten
van Hans Dorresteijn, de heldendokter voor het theater waar werd
getest of er heldenbloed voorhanden was en de jazzclub waar whisky
werd geschonken. De kinderen, in leeftijd variërend van 8 tot
12 jaar, konden een kijkje nemen bij de brandweer tijdens het blussen
van de taart van de dichter Ted van Lieshout die in lichterlaaie
stond, ze konden met Batman naar het toilet (helden doen het vaak
in hun broek van angst, altijd schoon ondergoed meenemen dus) of
met de prins op zoek naar Doornroosje.
Ter voorbereiding
op het kinderfestival ontvingen de deelnemende scholen een lespakket
van Poetry International en gaf Carlijn van Ravenstein een gastles
over poëzie. Tijdens deze lessen bracht ze met zingen en klappen
ritme aan in de gedichten die door de leerlingen werden gemaakt.
Ook werd er een gedichtenwedstrijd georganiseerd, waarvan de winnaars
hun gedicht tijdens het festival voordroegen. De jonge dichters
plaatsen de held in perspectief, zoals Sjeng van Heemst:
Superman is gewoon te lauw
Hij is eigenlijk Clark Kent en hij heeft een vrouw
of de vaderheld
bij Raymond van de Priem:
Mijn vader is een held
en hierom is het dat mijn vader voor mij telt
Maar het interessantste
gedicht komt van de hand van Matthijs Raadsen. Hij schreef het volgende:
er was eens een jongetje
een jongetje met een pet
en hij vond zichzelf geweldig
want hij had een miertje gered
ben ik nu een
held?
dacht het jongetje met de pet
want ik heb daarstraks dat miertje gered
maar is dat
wel een heldendaad
dacht het jongetje met de pet
want het is toch maar een miertje
wordt daar wel op gelet?
maar toch
al was het maar een miertje
de jongen is een held
want hij redde het arme diertje.
Net als aan
het Poetry festival voor volwassenen is door veel bekende, oudere
en jongere dichters meegewerkt. Nu waren aanwezig Eva Gerlach, Jan
Wolkers, Ted van Lieshout, Toon Tellegen, Mustafa Stitou, Anne Vegter,
Hagar Peeters, Erik Menkveld, Erik Jan Harmens en ook de Woorddansers
waren van de partij. In de grote zaal werd een programma verzorgd
door Klokhuis presentatrice Monique Hagen met acteurs van het Ro
theater en de verschillende gastdichters die met een golfkarretje
het podium op werden gereden. De dichter werd vervolgens genood
om via een groene loper, die ter plekke nog eens werd gereinigd,
het toneel te betreden. Vanachter een rode klikocontainer vertelden
ze hun verhaal. Iedere dichter had een tastbare herinnering aan
zijn eigen held meegenomen. Anne Vegter bracht bemodderde laarzen
mee, omdat ze haar held in een rattensloot had gezoend en Ted van
Lieshout een houten slabak, het laatste cadeau dat hij van zijn
overleden broer kreeg. De woorddansers gaven de kinderen tips om
te slammen en kunstenaar/ontwerper Panamarenko legde aan de hand
van draaiende propellers op zijn rug uit hoe Icarus van Kreta wilde
ontsnappen.
Ook dit jaar
was het festival bijzonder gevarieerd en succesvol. Zowel kinderen
als dichters en acteurs waren enthousiast, getuige de reacties achteraf.
Desgevraagd zegt Erik Jan Harmens over zijn deelname:
"Mijn bundel In Menigten werd door de pers betiteld als een
debuut als een vuistslag en poëzie voor 18 jaar en ouder. Merkwaardig
genoeg werd ik na verschijning al vrij snel uitgenodigd om workshops
gedichten schrijven te gaan geven op middelbare scholen, voor leerlingen
van 12, 13 jaar. Dat werkte heel erg goed. Ik correspondeer nog
steeds met een aantal leerlingen, die zich echt hebben voorgenomen
om schrijver te worden. Er zit ook veel talent tussen. Vervolgens
nodigde Poetry me uit voor het kinderfestival en stond ik voor leerlingen
van 9 à 10 jaar oud voor te lezen. Nog even en ik ga een
tournee maken langs peuterdagverblijven! Een geweldig festival in
ieder geval, en als je het woord billen uitsprak kon je gerust een
minuut lachpauze in acht nemen. Een erg tof en ook indrukwekkend
optreden, wat weer eens liet zien dat literatuur buiten de salons
zo veel meer vibes oplevert en zowel de dichter als de toehoorders
zoveel meer goesting. Als je het de keel niet dichtknijpt gaat de
poëzie vanzelf leven."
Carlijn stemt in met dit verhaal. Kinderen luisteren heel anders
dan volwassen naar poëzie. Ze waarderen klank en theatrale
teksten. Ook is zoenen grappig. Een gedicht van Ted van Lieshout
over zoenende voetballers zorgde voor hilariteit.
Het kinderfestival
was dit jaar wederom losgekoppeld van het festival voor volwassen,
om het zo meer een eigen gezicht te geven. Daarbij ondervonden de
organisatoren dat de maand februari niet de gelukkigste is in verband
met de vakanties en de vele activiteiten in theaters. Volgend jaar
wordt het dan ook in oktober gehouden en op een andere locatie,
omdat het Ro-theater de samenwerking heeft opgezegd. Enerzijds is
dit jammer omdat de samenwerking goed verliep, anderzijds biedt
het nieuwe mogelijkheden voor de opzet. In april dit jaar komt er
een nieuwe communicatiemedewerker bij Poetry International, die
heeft dan ook de handen vrij. Die kan zich ook buigen over een nieuwe
opzet van de website. Uiteindelijk is de bedoeling om meer kinderen
naar het festival te krijgen en kennis te laten maken met de dichter
op het podium en de dichter in zichzelf. Aan het enthousiasme van
Carlijn van Ravenstein en haar collega’s zal het niet liggen.
Annette van
den Bosch
Zeist, maart 2004 |