Watou
Ben
ik in het paradijs?
Gedichten spreken tot mij uit de muren
van dit land. Elke gedachte vormt zich
naar mijn uitgestoken hand. Ik leef
en zie en ben verwonderd over dit.
Dat ik hier ben.
Er trekken
beelden langs. Geluiden.
Ik struin rond, verken het kerkhof
en de boerderij. Overal gedrenkt
in woorden, die omarmen. Plaatsen
van illusies om te dromen en te drinken
van de overvloed die Watou hier schenkt
op deze, eerder lege, plek.
Ik versta
de zomer in Watou. |
|