Ver
gezicht aan zee
(Music for a while/Purcell)
Zo naakt
hij voor mij staat, zo nooit meer,
in zichzelf gekeerd. Zo onherkenbaar als de man
die op de woorden past. Zo afgedwaald en nooit meer
thuis op deze plek, waar wij ons vroeger strekten
naar de ondergaande zon en bleven wachten
op een stem die ons vertelde wat te doen.
Die stilte
spreekt niet meer.
Ik zie mijn
vriend daar staan, vibrerend op de avondsintels
van het ongecontroleerde scheren, censurerend,
als een frisbee langs de vloedlijn waar hij neerstrijkt.
Elke verse lettergreep die hij herkent uit een recent verleden
probeert hij in te halen, om te zetten tot een klank.
In zijn pogen schuurt het ongeduld van jaren musiceren.
Hem dwingend
tot herkauwen, slikken, spugen
slaat verwachting toe met doofheid en een
spraakgebrek.Verzachten is passé in deze fase.
Zo onbegrepen
blijft hij, voeten nat, zijn haar
verward, de blik omhoog gericht
als een vreemde aan zijn eigen kust.