aan de paal staat hij hoog en trots te wieken
naar de wind, hij klapt zich stevig rood met wit
wit met blauw, rood met blauw
bla – ro - wi, wie ?
o rare, het gaat met waaien
zonder kijken, soms met hangen
klapvlag vlag vlag klap, klap zacht
wacht op oranje, wacht
op franje van het soort dat vlaggen past
wacht wacht er is nog vlag tekort
tekort van wit en blauw en wit en rood en rood met blauw
zoek de meisjes bij de vlaggen
zoek de meisjes die hier passen
zoek in straten, zoek in huizen, zoek in wagens
grijs met roze stuift voorbij in open auto’s
blonde krullen wapperen gelijk een vlag
als klop-klap-vlag
vlag naar wat je zag
spiegelmeisjes in de plassen
wiegen met hun haren wijsjes
vlaggen in de stad
zwierige koninginnen voor één nacht