Familieband
Mémé zwierf in mij om
totdat mijn vader stierf
zo’n week of twee geleden.
Zij zakte in mijn buik
en blies mijn borsten vol en rond.
Zij stofte langs mijn longen
zodat ze niet meer piepten
als wij samen zongen
over karren op een zandweg.
Het meest verrassend was de blik
die zij mij schonk: verwondering
om alles wat het lichaam heet
en heeft en binnenhoudt,
verteert totdat het oplost
in ons stelsel van begrip.
Twee
hagelwitte lakens scheurde
ik aan flarden om mijn vader
te omhullen, mij in hem te weten
om niets te vergeten
van ons samenleven in één lichaam.
|