Aalst
Aalst, stad verstopt achter bomen.
Waar Louis Paul Boon zijn Kapellekens-
baan in schrift vermomde, fabrieken triest
verscholen werkeloos wachten op wat
nog steeds kan komen. Waar de Dender
onverstoorbaar stroomt onder groene
ijzeren bruggen, verfwerk bladdert
van verlaten lege loodsen, opslagplaatsen
roesten, spoorviaduct de wegen bindt.
Een
laatste trein wordt steeds verwacht. |
Aalst,
stad van vervlogen dromen
industriestad in verval, waar langs
de waterkant slechts eendjes stromen
zoals eerder werklui bij de poorten.
Vooruitgang sliep in grijze, groene,
blauwe blikken van kordate vrouwenogen.
Mannen harten konden niet voorkomen
dat de industrie verging. Ze teren op de
klaterende vrouwenstemmen van weleer.
Nu heerst bij iedere ingang: leegte.
Aalst, stad van bedrogen ogen. |