Vriend
Ik zal de bijl
slijpen en ontsmetten voor ik je schedel klief
ik zal vol verdriet kijken naar je gespleten hersenen
die ik zal vangen in een vergiet
vol afgrijzen zal ik je bloed laten vloeien in het riool
huilend zal ik je stukgehakt bij het grofvuil zetten
en altijd zal ik rouwen om de jongen die mij heeft verleid
maar nooit een vriend is geweest
Op zoek
een doolhof
van mistige straten vormt een droevige stad
een spel van stukgeslagen hoop en figuranten waarin ik heb geloofd
het is oorlog oorlog in mijn hoofd
een rivier
van staal waarin gedachten zijn verwrongen
de passie is gedoofd
want het is oorlog oorlog in mijn hoofd
een huilende
sluier als een kooi om mij heen
waaruit de warmte is geroofd
het is oorlog oorlog oorlog in mijn hoofd
Cars cars red
wine and cars
Cars and boys
Red wine and smoking women
Fireplace fire
and candles
Red wine and booze
Dordogne and boys
Cars and food
Nice food and moon
Nice ears red wine and pissed parents
Lekker nekje
Godverdomme wat een lekker nekje
More booze
and boys
Cars and boozing women
Droopy eyes and more to smoke
Music and red wine
Cars and fucking nice boys
I’m pissed
as hell
And drive home alone again
Angst
als hij hem
ziet
angst
angst hem te verliezen
in kogels en bloed
trekt hij
trekt hij muren op
behendig en vlug
als een ballerina
als hij hem ziet
zoent hij zijn lichaam
onzichtbaar en gelukkig
hij slikt
als hij hem ziet
een kille hand een goede middag
Schuilen
schuilend onder
tl
draai ik bougies in het blok
worden mijn spietsen stalen neuzen
als het ijzer zich vormt in mijn handen
ga niet meer op en neer met de ruiten wissers
en mijn tutu wordt een poetsdoek
als ik nog in pliér de olie vervang verdrink ik in
mijn eigen zwanenmeer
Boudewijn
Rikmenspoel (1970)
uit Beesd is dyslectisch als de pest. Toch schrijft hij sinds 1995
gedichten. In eerste instantie uit een behoefte om zijn fantasiewereld
in te uiten. Met Casper start hij binnenkort een dichtersgroep in
Utrecht. Doel: de gedichten toetsen bij elkaar, vernieuwend bezig
zijn met poëzie en voordragen.
Een drietal vragen voor hem.
Hoe schrijf jij eigenlijk, waar hou je van?
Ik heb een bloedhekel aan sonnetten en aan rijmdwang. Ik schrijf
in vrij vers en eigenlijk over alles. Natuurlijk over de liefde
en liefdesverdriet, maar ook over de eendjes in de garage of over
onderwerpen van tv of radio.
Eendjes?
*Begint te lachen* Nou, ik bedoel mijn Deux Chevauxs. Ik heb een
bedrijf in Beesd waar ik lelijke eendjes repareer en restaureer
(www.citroen-klassiekers.nl).
Daarmee breng ik het grootste deel van mijn tijd door.
Waarom schrijf je en met wie?
Ik begon zo rond mijn 25e begonnen met schrijven uit een behoefte
om mijn fantasie te uiten. Je moet weten ik ben zo dyslectisch als
de pest. Daarom ben ik ook blij dat dit interview per telefoon kan.
En je begrijpt al: boeken of bundels lees ik nooit. Zo’n jaar
of zeven geleden kwam ik via een advertentie terecht bij de dichtgroep
Dichterbij in Geldermalsen. Daar ga ik trouw elke week heen en in
die groep van 8 mensen geven we commentaar op elkaars werk en we
zoeken oplossingen als iemand ergens niet uitkomt binnen een gedicht.
Dat stimuleert behoorlijk om te schrijven en om meer uit jezelf
te halen. Hoewel die groep in Geldermalsen leuk is, merk ik behoefte
aan vernieuwing. Ik wil graag meer dynamiek. Daarom heb ik met het
andere mannelijke lid van de club, Casper, besloten om in Utrecht
een dichtclub te starten. Dat moet dan een club worden die regelmatig
bij elkaar komt, vernieuwende poëzie maakt, gedichten bij elkaar
toetst en die af en toe optreedt. We hebben daar al een site voor
gemaakt dus belangstellenden zijn welkom bij dichtgroeputrecht
|