Annette van den Bosch
Reine de Pelseneerl
 
 
Informatie over Annette van den Bosch en deze site Gedichten, waaronder Vlaamse en vertaalde         Artikelen over dichtbundels en dichtbijeenkomsten Recensies van dichtbundels Interviews met dichters, uitgevers etc Over jonge dichters
Beginpagina                 Contact
 
     
  -
 

Reine de Pelseneer

“De natuur als decor voor menselijke relaties

De Vlaamse Reine de Pelseneer (1982) gebruikt in haar gedichten de natuur als decor voor menselijke relaties die zij beschrijft. Ze probeert gevoel en verstand in evenwicht te brengen in haar gedichten. Dit najaar verschijnt haar debuutbundel bij uitgeverij P. in Leuven. Voordien publiceerde ze in de Vlaamse tijdschriften Deus ex machina en in Gierik NVT.

Zonneblind

I.

De hemel blaakt van ijver.
Het licht dat door de blinden kruipt
valt tergend op


mijn voet. Schaduw streept de vloer
tot ik verstoord de jaloezieën sluit.
De dag duurt donker voort. Ik zink.

Mijn zon is zoek.


II.

Fel licht en zij. Hij diept vaardig
haar begeerte uit en vaart met haar
te goed om nieuwe havens te bezeilen.


De boot gemist, mijn kans
gestrand. Ik vang slib en slik
nu water dat mijn lippen tipt.

Mijn zoen is zout.


III.

Aan de overkant verliest hij zich
in welig gras dat haar
verleidend lichaam draagt.


Ik zwem met zware voeten
tot de oever daagt en tegenlicht
mij slinks de ogen luikt.

Mijn bloed is groen.

 

Drasland

We liepen door en spraken dof. Het regende
verzuurde en bedompte taal. Wij voelden
ons beschermd door waterdichte stof

maar kregen toch een klamme huid.
Nattigheid vindt steeds een weg, ze komt
van binnen uit. De lucht was vol.

De velden lagen dras. Wij hielden
voet bij stuk en zompten urenlang
tot bij een plek die droger was.


Vaarwater

Nauwelijks merkbaar gaat alles hier bergaf
zoals de vliet die sloom het veld doorvloeit.
Dit loos gekabbel maakt mij stil

en stom. Als ik nog langer wacht
droogt elk verlangen talmend op.
Ik wil een snelle stroom, ik wil

een roes die raast, een bruisend spel
dat om een speler vraagt, een stem, een hand.
Ik wil een ander land.


Gesprek met dichter Reine de Pelseneer (1982).

1) Wat beweegt jou als dichter en als persoon. Waarvan raak je in verukking of juist verdrietig, wat is de invloed daarvan op je gedichten?

Verukking en verdriet, of eender welke emotie, hebben zelden een onmiddellijke invloed op mijn gedichten. Sterke emoties lijken mij niet meteen een goed uitgangspunt voor het schrijven van poëzie. Je moet eerst afstand kunnen nemen van iets, voor je er over kan schrijven. Anders krijg je toch maar wat sentimenteel geleuter. Dat kan misschien deugd doen voor jezelf, maar lezers hebben daar geen boodschap aan. Langs de andere kant wil ik ook geen koele, klinische gedichten schrijven waaruit elke emotie is verdwenen. Ik denk dat het er op aan komt het juiste evenwicht te vinden tussen gevoel en afstand.

2) Waar woon je, hoe oud ben je, wat voor opleiding volgde je? Wat voor werk doe je? Hoe lang schrijf je?

Ik woon in Pulderbos, een klein dorpje in de Antwerpse Kempen. Ik ben 22 jaar (°1982). Ik heb Germaanse Taal- en Letterkunde gestudeerd aan de Universiteit Antwerpen. Vorig jaar ben ik afgestudeerd en momenteel ben ik nog altijd een beetje werkzoekend.
Schrijven heb ik eigenlijk altijd gedaan. Van zodra ik in het eerste leerjaar leerde schrijven, begon ik met het verzinnen van verhaaltjes. Die leken altijd verdacht hard op het laatste boek dat ik toen had gelezen, maar ik was er wel heel erg mee bezig. Toen ik een beetje ouder was, negen jaar ongeveer, begon ik 'versjes' te schrijven, dingetjes op rijm. Daarna was er weer een periode dat ik vooral verhalen schreef. Rond mijn veertien, vijftien jaar focuste ik terug op poëzie, ook al was het de naam 'poëzie' niet echt waard. Ik schreef toen voornamelijk heel slechte, puberale gedichten.
Toen ik zeventien was, ben ik begonnen met het volgen van een cursus 'Literaire Creatie'. Daar heb ik ongelooflijk veel geleerd. Ik heb er niet alleen beter leren schrijven, ik heb er vooral ook beter leren lézen. Ik let nu veel meer op dingen waar ik voorheen nauwelijks oog voor had.

3) Welke dichters inspireren je? Heb je een lievelingsgedicht, kunstwerk, muziekstuk en zo ja, waarom dat gedicht of dat muziekstuk?

Paradoxaal genoeg zijn de dichters die mij het meest inspireren, dichters die heel anders schrijven dan ikzelf. Ik denk dat ik zelf heel toegankelijke poëzie schrijf, maar als lezer ga ik vaak toch eerder op zoek naar de zogenaamd 'hermetische' poëzie (al zegt zo'n term bijzonder weinig). Het is moeilijk te zeggen welke dichters tot mijn favorieten behoren. Sommige dichters schrijven één prachtig gedicht en verder heel veel onzin, of omgekeerd. Er is, denk ik, geen enkele dichter die altijd goed is. Daarom is het makkelijker om te zeggen of een gedicht goed is dan of een dichter goed is. Toch doe ik een poging om enkele namen te noemen. Een aantal (of in sommige gevallen een heel aantal) gedichten van volgende dichters weet mij te intrigeren: Hugues C. Pernath, Dirk Van Bastelaere, Charles Ducal, Frank Pollet, Peter Verhelst, Hugo Claus, Erik Heyman, Stefan Hertmans, Roger M.J. De Neef, ... Ongetwijfeld vergeet ik nu een hoop namen die ik eigenlijk niet wilde vergeten, maar vragen als deze bezorgen mij altijd een beetje een black-out. Veel hangt ook af van het moment. Over een jaar zal mijn lijstje er wellicht al helemaal anders uitzien.
Wat proza betreft heb ik wel een absolute favoriet, de Amerikaanse schrijver Paul Auster. Ook al hebben zijn boeken geen directe invloed op mijn gedichten, als ik iets van Auster heb gelezen, heb ik altijd het gevoel dat ik móét schrijven. Of hij nu fictie of non-fictie schrijft, Auster slaagt er altijd in om je vanaf de eerste bladzijde mee te slepen. Ik ben echt wég van hem (nu ja, van zijn boeken bedoel ik :-).
Een leven zonder muziek kan ik me nauwelijks voorstellen, maar ook hier geldt weer dat muziek zelden een directe invloed heeft op mijn gedichten. Onbewust zal dat wat ik hoor wel binnensluipen in dat wat ik schrijf, maar ik sta daar niet zo bij stil. Ongeveer hetzelfde geldt voor film. Ik kijk heel graag (en ook behoorlijk veel) naar films en ze werken vaak lang na, maar ik denk nooit na het zien van een film 'daar ga ik nu eens een gedicht over schrijven'.

4) Waarover wil je nog graag veel schrijven en waarover absoluut niet?

Ik zou absoluut niet weten waarover ik nog veel ga schrijven. Ik sluit bij voorbaat niets uit. Poëzie kan in principe over alles gaan. Waarover je schrijft heeft niet zo veel belang, denk ik. Hóé je het doet, dat is van belang.
Toch zijn er allicht bepaalde inhoudelijke elementen die vaak terugkeren in mijn poëzie. Relaties tussen mensen (en alles wat daarbij komt kijken) blijven mij fascineren, verder ook: het zoeken naar 'ruimte'; taal, schrijven, communicatie en de daarmee gepaard gaande 'moeilijkheden'.
Ook al ben ik absoluut niet de geschikte persoon om mijn gedichten te analyseren, ik denk wel dat ik kan zeggen dat ik vaak gebruik maak van 'natuurelementen' zoals water en lucht, weersomstandigheden, ... Het is mij echter nooit te doen om de natuur op zich; ik gebruik die elementen veeleer om een bepaalde sfeer op te roepen of een bepaalde emotie te versterken. Ik wil zeker geen 'natuurgedichten' schrijven.

5) Hoe is de ontwikkeling van jouw werk in jouw ogen?

Moeilijke vraag, vind ik. Mijn recentere gedichten vertonen, naar mijn gevoel, wel verschillen met de gedichten die in mijn debuutbundel zullen verschijnen, maar of dat werkelijk zo is, weet ik eigenlijk niet goed. En waarin die evolutie dan schuilt, kan ik ook niet precies zeggen. Ik zit er een beetje te dicht met mijn neus op om daar een heldere kijk op te hebben.

6) Je gaat binnenkort een bundel uitbrengen bij Uitgeverij P. Kan je vertellen hoe dat proces verliep? Wanneer bood je de bundel aan, wat gebeurde er verder?

Via Frank Pollet (docent literaire creatie) kwam mijn bundel bij P terecht. Daar hebben ze mijn manuscript aan een aantal lectoren gegeven. Die waren blijkbaar nogal positief over mijn bundel, dus was uitgever Leo Peeraer wel geïnteresseerd om hem uit te geven.

7) Publiceerde je al in tijdschriften behalve in Gierik? Zo ja, welke?

Ja, een keer in Deus ex Machina.

8) Wat voor reacties krijg je op je gedichten?

Naar aanleiding van mijn laatste publicatie in Gierik heb ik wel een aantal positieve reacties gekregen. Maar het is allicht normaal dat je meer positieve dan negatieve reacties te horen krijgt. Dat wil niet zeggen dat die laatste er niet zijn; ze geraken gewoon niet tot bij mij. Blijkbaar valt mijn poëzie vooral in de smaak bij vrouwen. Dat zal wellicht wel met herkenbaarheid te maken hebben. Of anders maken vrouwen gewoon sneller complimentjes ... :-).