Annette van den Bosch
Bas Kwakmanl
 
 
Informatie over Annette van den Bosch en deze site Gedichten, waaronder Vlaamse en vertaalde         Artikelen over dichtbundels en dichtbijeenkomsten Recensies van dichtbundels Interviews met dichters, uitgevers etc Over jonge dichters
Beginpagina                 Contact
 
     
  -
 

Poëzie zonder grenzen

Interview met Bas Kwakman, directeur Poetry International

Tweede deel van een driedelige serie over het poetry festival

Verschenen in Meander van 28 maart 2004

 

Eendrachtsplein 4, de huisvesting van Poetry International. Langs de trap naar boven hangen fraaie levensgrote zwart-wit portretten van bekende dichters. In de rommelige ruimte op de eerste verdieping zijn drie vrouwen en een man druk aan het werk. Ze bellen, typen, schrijven, praten en voorzien mij van koffie. Ondertussen wacht ik tot Bas Kwakman uit bespreking is.

In het pand op het Eendrachtsplein werken in totaal twaalf parttimers. Zes mensen voor Poetry International, drie mensen voor de website Poetry International.org en drie mensen voor de Poëzieclub, die onder andere Awater, de poëziekrant uitgeeft. Daarnaast zijn er per jaar drie of vier stagiaires en vlak voor en tijdens het festival worden veel vrijwilligers ingeschakeld.

Sinds 1 oktober 2003 is Bas Kwakman directeur van Poetry International, hij volgde
in die functie Tatjana Daan op. Kwakman licht toe dat hij een festival wil neerzetten dat opener en toegankelijker is dan voorheen. Hij wil een meer breed geïnteresseerd publiek bereiken, dan degenen die nu naar het festival komen. Het beeld van het festival is dat het elitair en moeilijk is. Het beeld is ‘mooi’ en ‘daar wil ik ooit nog wel eens heen’, maar mensen doen dat blijkbaar toch niet. Hij wil de doelgroep duidelijker laten weten wat er gebeurt tijdens Poetry International(PI), de bekendheid vergroten. In het verleden is de communicatie rond PI meer gericht op het internationale deel dan op de stad Rotterdam zelf en de bewoners. Gevolg is dat het tijdens het filmfestival in Rotterdam overal gonst, maar tijdens PI niet. Dat moet de komende jaren veranderen. Rotterdam heeft twee belangrijke internationale festivals en dat moet bekend worden. Er is voorheen te veel naar binnen gekeken, en niet naar buiten. Bijvoorbeeld in de RET trams en op de vuilniswagens stonden gedichten, waarbij in de trams een duidelijk PI logo stond, maar op de vuilniswagens niet. Het was dus onduidelijk dat het een PI activiteit betrof. Buitenlanders dachten dat de vuilophaaldienst een ludieke actie had gestart.
In april 2004 komt er een nieuwe medewerker publiciteit voor het festival, die zal zich bezighouden met de vormgeving en perscontacten. De communicatie en de marketing moeten een totaalbeeld geven van PI. Een grotere openheid voor het publiek en verankering in de stad is voor Kwakman belangrijk. Daarnaast zou hij het liefst nog een poëziecafé met een bibliotheekfunctie en een theater hebben op een herkenbare plek in Rotterdam voor aanwas en groei naar het festival en het organiseren van evenementen. Het einddoel voor het festival is dat over vijf jaar 4500 mensen de weg naar de schouwburg weten te vinden en dat iedere geïnteresseerde in drie zinnen kan vertellen wat het festival precies doet. Natuurlijk zijn er nog andere activiteiten van PI, zoals gedichtendag. De dichtactiviteiten op gedichtendag zijn gegroeid van 0 naar 250 in het gehele land, dat is veel in vier jaar tijd. Dat zou Kwakman willen uitbreiden naar een gedichtenweek, zodat boekhandels en organisaties meer vrijheid hebben om activiteiten te organiseren.

Kwakman kijkt naar het komende festival als ware het de “nullijn”. Die nullijn moet eerst vastgesteld zijn als ijkpunt waaruit andere acties kunnen ontstaan in de komende jaren. De inhoud van het programma zal dan ook voorlopig niet gewijzigd worden, die formule is goed en zal vooralsnog gehandhaafd worden. De koers van de afgelopen drie jaar wordt eveneens in dit 35e jaar gevolgd en eventueel verbeterd of bijgesteld als dat nodig blijkt.
De thema’s dit jaar zijn Azië en het Heilige Boek. Dat kan de bijbel, maar ook de Koran zijn.
Dit jaar komen er dichters uit (voor de poëzie) onbekendere Aziatische landen, georganiseerd via de ASEF (Asia-Europe Foundation)maar ook via de eigen kanalen van Poetry, want Kwakman wil niet alleen politiek correcte dichters op het festival. Dat betekent dat er meer tolken zijn, die overigens via de universiteit van Leiden redelijk gemakkelijk zijn te vinden. De ontmoeting tussen internationale dichters onderling is een belangrijk aspect van het festival. Voorheen werd door het publiek deze ontmoeting niet erg meegemaakt, de bedoeling is daarvoor een vorm te vinden waardoor het publiek zich meer betrokken voelt, via de dichterslounge of het podium. Kwakman wil de ontmoeting ópenklappen. Daarbij vindt hij ook de discussie tussen dichters en publiek interessant. Die zou kunnen worden gehouden in of rond Rotterdam, op plaatsen die daarop zijn ingericht zoals de Unie of De Balie in Amsterdam. In de maanden voorafgaand aan het festival kunnen er al beeldende kunst tentoonstellingen in bijvoorbeeld De Tent in Rotterdam worden gekoppeld aan het thema. Als voorbeeld rond het thema noemt Kwakman de dichter Willem Jan Otten. Is zijn katholiek worden reden om hem in de marge van de poëzie te plaatsen of juist om hem nu in het hart te sluiten? Dat is een boeiende vraag, waar het tijdens het festival over zou kunnen gaan.
Het festival is voor iedereen interessant, maar vooral voor aankomende dichters. De meeste amateur-schrijvers schrijven voor 95% en houden zich slechts voor 5% met lezen bezig. Dat is jammer. Bij het meer lezen en horen van gedichten zou PI een grote rol kunnen spelen om de horizon te verbreden en nieuwe poëzie te ontdekken. Juist daarvoor biedt het festival prachtige mogelijkheden.

Over de ondersteuning door de media vertelt Kwakman dat NRC alle ontwikkelingen op de voet volgt en voor zijn lezers exclusief een voorbereidingsavond organiseert. De VPRO levert net als vorige jaren weer informatie uit de Dode Dichters Almanak. De Wereldomroep neemt al vanaf het eerste festival alles op. Dit materiaal wordt gedigitaliseerd en te zijner tijd beschikbaar gemaakt. Hiervoor hebben DBNL en de Koninklijke Bibliotheek inmiddels al belangstelling getoond. Bij de dichters door de loop der jaren zijn zeven Nobelprijs winnaars. Het is natuurlijk fantastisch als je via de website het hele jaar door gedichten kunt zien en horen. Stel je voor dat je nu opeens een gedicht van Neruda voor je ziet, inclusief zijn foto en stem daarbij. (In het festival van 2004 is er een hommage aan Neruda, die 100 jaar geleden is geboren)
Van de Europese Commissie is vorig jaar geld ontvangen om een internationale website te ontwikkelen, dit komt steeds beter van de grond. Er is een internationale redactie die onderling contact heeft, zodat links van de site naar het festival worden gelegd. Voor de programmering wordt van de internationale contacten van de diverse redacties en de informatie gebruik gemaakt.

Kwakman zou poëzie als groter onderdeel van het dagelijks leven willen zien, zoals in Ierland. Daar kent iedereen wel een aantal gedichten uit het hoofd. Met het initiatief van de Dichter des Vaderlands wordt onder andere beoogd om de poëzie in het dagelijks leven te integreren. Met educatieve medewerkers zou Kwakman de angst voor de poëzie weg willen nemen bij de Nederlanders. Hij vertelt over Finnegans Wake dat in Ierland in een pub werd voorgelezen. Het kroegpubliek vond het prachtig, ze moesten enorm lachen. In deze poëzie is niet alles even zwaar. Je moet vooral de humor van het oorspronkelijk werk niet vergeten. “De angst voor het niet in één oogopslag snappen wat er staat wil ik graag wegnemen. Je hoeft niet alles te snappen om een gedicht mooi te vinden. Soms denk je een gedicht te begrijpen en dan is dat helemaal niet het geval.” Kwakman vertelt een anekdote over Hans Faverey van wiens gedicht een bevriend schilder een schilderij maakte. Toen Faverey het schilderij zag vond hij het prachtig. Waarna de schilder aan de dichter vroeg uit te leggen wat hij met zijn gedicht bedoeld had. Toen hij dat verteld had zei de schilder dat zijn werk daar helemaal niet over ging en werd boos, omdat hij vond dat de dichter iets van hem had afgepakt. Faverey vond dat begrijpelijk en de boosheid terecht, waarop de dichter besloot om nooit meer een gedicht uit te leggen.

Nieuw dit jaar is dat het kinderfestival is losgekoppeld van het volwassenenfestival. Dat is een bewuste keuze, ingegeven door het idee dat het kinderfestival een eigen bestaansrecht heeft. Dat komt in het gedrang als de festivals tegelijkertijd wordt gehouden. Dit jaar is het in februari gehouden, maar volgend jaar wordt het in oktober. Kwakman is van mening dat educatie op leesgebied een terrein is dat braak ligt waar hij zich wel voor wil inzetten. Meer over het kinderfestival kunt u lezen in het eerste deel van deze driedelige serie over het Poetry International festival.

Op www.poetryinternational.nl vindt u alle ins en outs over de dichters en het komende festival in juni. Meer over Kwakmans achtergrond en ambities kunt u lezen in
Awater nr 1 van 2004 en in Krakatau dialogisch 23 van november 2003.

Annette van den Bosch
Zeist, maart 2004